Vroeger bij ons thuis was het avondeten niet perse het hoogtepunt van de dag. Waar bij een normaal gezin daar het moment van de dag pakt om gezellig met elkaar de dag door te nemen, moest ik vooral mijn mond dichthouden en een enorm vol bord zo snel mogelijk leeg eten.
Mijn stiefvader schepte mijn bord echt heel erg vol. Ik was een meisje van tien en ik kreeg eten voorgeschoteld waar een volwassen man nog van zou gaan zweten. Opeten en zwijgen. Ik mag alleen mijn mond opendoen om er eten in te stoppen, maar er wordt niet gepraat.
Het is iedere avond hetzelfde ritueel. Een bord vol eten, mijn stiefvader kijkt op zijn pols. Het doet er niet toe of hij wel of geen horloge draagt, ik weet wat het betekent. In zijn gedachten heeft hij een tijd gezet voor mijn bord eten. En het aan het humeur van mijn stiefvader kon je aflezen of dat bord snel of nog sneller leeg moet.
Met veel geluk was het geen nasi. Als ik een bord vol nasi op mijn bord gekwakt zou krijgen, wist ik bij voorbaat al dat mijn missie nooit kon slagen. Die man presteerde de nasi zo heet te maken dat ik zweetuitbraken kreeg op plekken waarvan ik niet wist dat het kon, en dat de stoom uit mijn oren en neus kwam. Zo heet! En dan zaten er ook nog van die stukken vlees in, dat als je daar op begon te kauwen het mij nooit meer lukte om het door te slikken. Dat vlees was magisch. Het werd een droge brok ellende in mijn mond.
Ik had echt pas pech, als het uit een witte vierkante plastic bak kwam met een doorzichtige deksel. Als ik die bak op het aanrecht zag staan, wist ik dat het echte foute boel was. In die bak moest eten zitten. Niet dat ik nog kon onderscheiden wat het precies was geweest. Dikke paniek en vechtend tegen mijn tranen zag ik de inhoud van die bak in een pan verdwijnen. Hij vertelde dat het spaghetti was. Bedankt voor de culinaire informatie, want aan het uiterlijk kon ik niet zien of het al eerder gegeten is door iemand anders. Verdere details zal ik jullie besparen, maar laat ik het hierop houden, ik heb lang geen spaghetti gelust.
Het meeste kans van slagen waren de gewone aardappelen en groenten met het stukje verse worst. De aardappels kon ik prakken en dan alles door elkaar met een flinke schep jus. Dat kon ik makkelijk weg lepelen. En die verse worst, ach die smaakte allang niet meer bijzonder want die serveerde hij echt overal bij.
Ik heb lang gedacht dat ik niks lustte maar gewoon moest eten. Behalve die spaghetti. Dat heb ik echt lang volgehouden. Pasta heb ik opnieuw moeten leren eten. Ook moest ik opnieuw leren inschatten hoeveel honger ik had. Ik heb in mijn kindertijd mijn verzadigingsgevoel leren negeren. Hierdoor heb ik mezelf vaak over gegeten. Dat resulteerde dan in een opgeblazen gevoel en in het ergste geval kotsmisselijk. Ik moest weer leren rustig eten. Want snel eten dat kon ik als de beste. Met vier, vijf happen was mijn boterham bijvoorbeeld op.
Door veel te lezen over voeding en gezonde mindset werd ik mij stapje voor stapje bewust van mijn vastgeroeste patronen. Ik heb opnieuw mijn hongergevoel moeten leren inschatten. Dat heeft behoorlijk wat tijd gekost, maar ook frustratie. Maar dat is het allemaal waard geweest. Bij ons aan tafel wordt er gekletst en zelf opgeschept. Leer ik juist mijn kinderen te stoppen met eten als je vol zit. En zo is het bij ons nog steeds niet altijd gezellig aan tafel. 😉
Liefs,
Inge